ZIEKTE VAN DUPUYTREN
Wat verstaat men onder de ziekte van Dupuytren?
De ziekte van Dupuytren is een aandoening van de huid en het onderhuidse bindweefsel.
Hierbij ontstaan goedaardige bindweefselwoekeringen in een bindweefselvlies in de handpalm. In het begin kunt u deze aanvoelen als knobbels, na verloop van tijd worden het harde strengen. Hierdoor schrompelt het bindweefselvlies. Uw vingers kunnen daardoor in een buigstand gaan staan (contractuur).
Het verloop is zeer variabel: sommige patiënten hebben reeds 6 maanden na het eerste merkbare begin een duidelijke contractuur; anderen daarentegen houden 20 jaar enkele onschuldige knobbeltjes zonder enig teken van evolutie.
De ziekte ontstaat meestal bij mensen vanaf ongeveer 50 jaar en komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen.
Erfelijkheid speelt een rol (maar is nog niet bewezen).
Vaak zijn beide handen aangedaan, meestal de ringvinger en de pink.
Behandeling
Om een goed bruikbare hand te houden is op tijd operatief ingrijpen vaak noodzakelijk.
U moet zich hierbij echter wel realiseren dat de chirurg alleen maar de ziekteverschijnselen kan weghalen, maar niet de ziekte zelf. De kans dat de vingers na de operatie op een gegeven moment toch weer krom gaan staan blijft dus altijd aanwezig.
Bij de ingreep worden de bindweefselstrengen die de dwangstand van uw vingers veroorzaken, chirurgisch verwijderd. De chirurg maakt daarvoor een aantal sneden in zigzagvorm aan de binnenkant van uw hand en haalt het zieke bindweefsel weg. De zigzagvorm is bedoeld om ervoor te zorgen dat de altijd optredende krimping van het litteken niet opnieuw tot kromstand zal leiden.
Afhankelijk van de ernst van de woekeringen duurt de operatie ongeveer drie kwartier tot twee uur. De ingreep wordt verricht onder een lichte algemene verdoving. Indien het letsel beperkt is, is een locoregionale verdoving ook mogelijk. Uw arts zal met u bespreken welke vorm van anesthesie het meest geschikt is voor u. In beide gevallen is het noodzakelijk om vanaf middernacht nuchter te blijven. Ook drinken van water is verboden.
Complicaties
Bij elke handoperatie kunnen complicaties voorkomen zoals bloeduitstortingen, vertraagde wondgenezing, infectie en weefselversterf.
De gevoelszenuwen van de vingers kunnen bij operatieve behandeling beschadigd worden en een gedeeltelijke gevoelsstoornis geven.
Een niet veel voorkomende complicatie in de handchirurgie is dystrofie. De symptomen bestaan uit een combinatie van pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers die optreedt na de operatieve behandeling. De afwijking dient vroegtijdig behandeld te worden om functiestoornissen te voorkomen.
Nabehandeling
Na de ingreep werd uw hand en pols gespalkt. Deze blijft 4 à 5 dagen ter plaatse.
Het is verstandig dat u de arm in een draagdoek houdt en hem zo weinig mogelijk laat afhangen. Best is het van uw arm wat hoger te leggen als u zit of ligt.
U mag en moet wel de vingers die vrij zijn zoveel mogelijk bewegen. In het begin gaat dit wat moeizaam maar na enkele dagen gaat dat al veel beter.
De hechtingen mogen na 12 à 14 dagen verwijderd worden.
Ter verbetering van de handfunctie kan het zijn dat u wordt doorverwezen naar een kinesist.
Bij ernstige contracturen worden nachtelijke spalken aangemeten tot 6 weken na de ingreep.
Wat u ook nog moet weten
Mochten uw vingers de dag van de operatie of de dag erna blauw en koud worden of krijgt u veel meer pijn, dan dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met de dienst Spoedgevallen.