SPRINGVINGER
Wat is een springvinger?
Meestal begint deze aandoening als een overbelasting met ontsteking, waardoor de peesschede gaat zwellen (dit is de huls waarin de pees glijdt). Soms is het echter de pees die gezwollen is.
Bij langdurige ontsteking ontstaat er dan een verdikking in de peesschede, die de pees hindert bij overgang van buigen naar strekken en omgekeerd. Dit veroorzaakt het typische haperen.
In erge vorm kan de pees zelfs vastlopen, waarbij de vinger moet worden geholpen zich te strekken.
De oorzaak is meestal niet duidelijk. Soms is er sprake geweest van een overbelasting. De aandoening komt meer voor bij rheuma-patiënten en suikerzieken, en soms zijn er geassocieerde inflammatoire aandoeningen (zoals peesontstekingen van schouder en elleboog, carpaal tunnel syndroom, enz). Het is een onschuldige, maar lastige afwijking.
Behandeling
Als de hapering niet al te ernstig is, kan worden geprobeerd de ontsteking tot rust te brengen met behulp van een injectie van een cortisonepreparaat in de peesschede. Cortisone brengt ontstekingen tot rust.
Het resultaat van deze behandeling is niet altijd blijvend en de klachten kunnen weer terugkeren.
Gewoonlijk kan u dan een kleine operatie worden voorgesteld. Dit gebeurt in het daghospitaal onder korte algemene verdoving of onder loco-regionale verdoving waarbij alleen de arm verdoofd wordt. In beide gevallen is het noodzakelijk om vanaf middernacht nuchter te blijven. Ook het drinken van water is verboden.
De duur van de ingreep is ongeveer tien minuten. Via een kleine snede (1.5 cm) wordt de peesschede in de lengterichting opengesneden. Hierdoor ontstaat weer ruimte voor de verdikte pees.
Complicaties
Complicaties van deze ingreep zijn niet frequent:
Tijdelijke tinteling is mogelijk.
Zwelling: na de operatie kan de hand zwellen. De mate van zwelling is onvoorspelbaar. Daarom is het van belang dat de hand na de operatie voldoende omhoog gelegd wordt. Ook dan kan er nog wat spanning ontstaan onder het verband. Daarom is het van belang uw arts te raadplegen bij overmatige zwelling, spanningsgevoel, tintelingen, blauwverkleuring enz.
Wondinfectie.
Na de operatie
Over het algemeen zult u na de operatie weinig pijn hebben. Indien noodzakelijk mag u een pijnstillend medicament nemen.
De dag na de operatie mag u de zwachtel verwijderen.
Na ongeveer 10 dagen kunnen de hechtingen verwijderd worden. U mag dan doen wat u wilt en kan.
U moet er rekening mee houden dat het zeker zes weken duurt voordat stevig vastgrijpen geen last meer geeft. Het litteken heeft zelfs drie maanden nodig om soepel te worden.