Knie Prothese
De Totale Knie Prothese (= TKP)
Om u te laten begrijpen wat een TKP is, willen we uitleggen hoe de anatomie van een gezond kniegewricht er uit ziet.
Het kniegewricht wordt gevormd tussen het boven- of dijbeen (Lat . femur) en het scheenbeen (Lat. tibia). Zowel het bovenbeenuiteinde als het draagvlak van het onderbeen (tibia plateau)zijn bekleed met kraakbeen. Daarnaast maakt ook de knieschijf (Lat. patella) deel uit van het kniegewricht en is achteraan met kraakbeen bekleed . De knieschijf vormt het centrum van het strekapparaat van de knie en de voorzijde van het scharniergewricht. Het kniegewricht heeft drie compartimenten :
1. Het mediale compartiment : bovenbeen tov. scheenbeen aan de binnenzijde (mediaal)
2. Het laterale compartiment : bovenbeen tov. scheenbeen aan de buitenzijde (lateraal )
3. Het patello-femorale compartiment : de knieschijf die glijdt over de voorzijde van het bovenbeen
Het gewricht wordt verder gestabiliseerd door meerdere ligamenten (gewrichtsbanden) en beide menisci die ook als schokdemper werken in een natuurlijke, gezonde knie. De dijspieren geven verdere stabiliteit en kracht rond de knie. De mobiliteit van een gezonde knie bedraagt +/- 130° in diepe buiging (flexie) en bereikt een volledige strekking (extensie). Enige rotatiebeweging is in beperkte mate aanwezig .
Door slijtage van het kraakbeen kunnen de gewrichtsvlakken niet meer soepel en congruent over elkaar glijden. Hierdoor wordt bewegen steeds moeilijker en pijnlijker. De slijtage en het functieverlies kan zo erg zijn, dat het gewrichtsoppervlak moet vervangen worden door een prothese.
De klassieke knieprothese bestaat uit drie delen:
• Een bovenbeenstuk of femoraal gedeelte dat qua vorm overeenkomt met het verwijderde kraakbeen van het bovenbeen ( gemaakt in Cr Co Ni metaallegering) .
• Een onderbeenstuk of tibiaal deel. Dit is opgebouwd uit een metalen plaat met een steel die in het onderbeen verankerd zit , waarop een polyethyleen (kunststof) glij oppervlak .
• Het kraakbeen van de knieschijf wordt meestal vervangen door een polyethyleen rond schijfje dat op de achterkant van de originele knieschijf wordt gecementeerd.
De fixatie van de verschillende componenten op het gebeente gebeurt vaak met botcement (metacrylaat), maar kan ook cementloos, indien de botkwaliteit dit toelaat. Dit wordt door de chirurg beoordeeld voor/tijdens de ingreep.
• gecementeerd: hierbij wordt de component met een polymeer (botcement) bevestigd op het bot.
• ongecementeerd: hierbij moet de component vastgroeien aan het bot. Bij deze prothese kan het langer duren voordat u 100% mag steunen.De primaire verankering gebeurt door het nauw aansluiten van de component met het bot – en secundair na +/- 6 w tot 3 M door groei van eigen bot op het oppervlak van de prothese.
Bij de ingreep wordt zowel van het scheenbeen als van het bovenbeen, het slechte kraakbeen verwijderd. Ook de menisci en voorste kruisband worden meestal verwijderd. Deze structuren worden opgevangen door het design van de knieprothese. De ligamenten (collateralen) aan binnenkant en buitenkant van de knie blijven behouden. De achterste kruisband kan ook verwijderd worden.
Alle componenten worden tijdens de ingreep nauwkeurig gemeten en gekozen en zo correct mogelijk gepositioneerd op het bot van de knie. Het is de bedoeling om een recht been te verkrijgen in strektoestand met een goede spanning op de nog aanwezige gewrichtsbanden. De polyethyleencomponent kan in dikte worden aangepast om de spanning correct te krijgen.
De femur- en tibiacomponent zijn vervaardigd uit een legering van chroom, kobalt, nikkel, aluminium en soms titanium. In geval van allergie aan één van deze metalen kan dit worden opgevangen mits een speciale laag of coating op de prothese of een titaniumprothese.
Er bestaan zeer veel verschillende types en modellen knieprothesen. De chirurg zal voor u de optimale keuze maken en dit hangt af van oa. botkwaliteit, anatomie , …
In geselecteerde gevallen is het mogelijk om slechts 1 van de drie compartimenten te vervangen door een gedeeltelijke knieprothese (zgn.unicompartimenteel). Natuurlijk kan dit enkel, als de andere 2 compartimenten nog behoorlijk zijn en de gewrichtsbanden intact zijn. De beslissing tot het plaatsen van een gedeeltelijke knieprothese wordt door uw chirurg genomen en hij zal de voor- en nadelen met u bespreken. De revalidatie van dergelijke ingreep is gelijklopend met die van een TKP, maar meestal voorspoediger, gezien de beperkte invasieve procedure.
Uiteindelijk zullen de medewerkers van het orthopedisch team u vertellen op welke wijze uw prothese hoogst waarschijnlijk wordt gefixeerd en welk type prothese de voorkeur geniet. Tijdens de ingreep kan de chirurg nog besluiten om de fixatie - techniek of type van prothese te veranderen, al naargelang het verloop van de ingreep.
In de meeste gevallen gebeurt de operatie zonder noemenswaardige problemen. Toch is het van belang dat u beseft welke complicaties kunnen optreden bij een dergelijke ingreep, maar ook welke preventieve maatregelen genomen worden:
• infectie operatiestreek: preoperatief moet u zich wassen met antiseptische zeep en preventief krijgt u antibiotica toegediend bij het starten van de narcose. Het operatie- team werkt in zgn. “exhaust suits” dwz. afgesloten operatiepakken met helm.
• verstijving : indien postoperatief niet onmiddellijk geoefend wordt, treedt verstijving op. Zo snel mogelijk dient u de knie te bewegen en wordt in onze dienst het RAPID RECOVERY (Snelle Revalidatie) schema toegepast.
• trombose (abnormale klontervorming in het been, flebitis): hiervoor krijgt u preventief antistollingsmiddelen, en dient u zo spoedig mogelijk te stappen, enkele uren na de ingreep !
• zenuwletsel, ernstig nabloeden, doorligwonden…komen zelden voor .
Bij vragen … contacteer uw arts !
Belangrijk: indien u bloedverdunnende medicatie gebruikt, is het van belang dat u de arts hiervan op de hoogte brengt voor de ingreep (aspirine , cardiale of vasculaire antistolling, maar ook ontstekingsremmers… ). De chirurg zal in samenspraak met de huisarts, anesthesist en/of uw cardioloog de optimale samenstelling van uw medicatie preoperatief voorschrijven. Sommige van deze anti – stollingsmiddelen moeten ruim op voorhand gestopt worden , andere helemaal niet. Informeer u tijdig voor de ingreep !
Voor de opname
U zal worden opgenomen op de afdeling orthopedie 1C van het AZ JAN PALFIJN te Merksem .
Door zo veel mogelijk informatie te verstrekken ( via huisarts, chirurg, assistent , verpleegkundige , kinesist , JOINT CARE vertegenwoordiger , RAPID RECOVERY info sessie…) trachten wij de zorgverlening te verbeteren (zgn. informed consent - Eng.) en weet u ook wat er verwacht wordt.
Om hierin te slagen, is het belangrijk dat u voor de eigenlijke hospitaalopname met de volgende factoren rekening houdt:
Informatie via chirurg , assistent , huisarts : vraag alles wat u wil weten voor de ingreep aan uw arts , om twijfels of onduidelijkheden op te lossen . Blijf niet met een vraag zitten tot enkele minuten voor de ingreep . Eventueel neemt u een bijkomende consultatie bij uw arts voor de ingreep . Het is altijd nuttig om op consultaties vergezeld te zijn met een partner of vriend(in) of familielid … gezien het over zeer veel info gaat !
Informatiesessie JOINT CARE – RAPID RECOVERY: de behandelende arts geeft u de datum, wanneer en waar deze patienten - bijeenkomst in AZ JAN PALFIJN te Merksem plaatsvindt. U krijgt dan, samen in groep met andere patienten die opgenomen zullen worden voor een TKP, informatie over de ingreep en het te verwachten verloop. Deze informatiesessies worden verzorgd door de orthopedisch chirurg, anesthesist, verpleegkundige, kinesitherapeut en sociale dienst. Uiteraard kan u opnieuw vragen stellen tijdens de info - sessie.
Het is de bedoeling om u tijdens de informatiesessie te laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. De informatie die u krijgt is soms overweldigend. Deze persoon is goed op de hoogte van uw thuissituatie. Hij of zij staat u evt. bij tijdens uw revalidatie (hulp bij vb boodschappen , controles … ) .
Thuiszorg: tijdens uw bezoek bij de chirurg, zal u een patiëntenmap ontvangen. In deze map zitten alle documenten die u nodig heeft voor de ingreep. Hij zal deze formulieren overlopen en u vertellen welke afspraken moeten gemaakt worden voor de verdere revalidatie en wie u daarvoor het best kan contacteren. Uw huisarts kan u bijstaan in de keuze van een kinesist, (indien u die nog niet mocht hebben) of andere zorgverstrekker en de sociale dienst van het ziekenhuis is ook ter beschikking voor verdere hulp (bvb: thuisverpleging of afspraken met een revalidatiecentrum). U dient een vragenlijst in te vullen en de toelating tot de ingreep te ondertekenen . Zonder deze documenten kan de ingreep niet doorgaan .
Kinesitherapie en Ergotherapie: tijdens de infosessie maakt u kennis met de mensen van deze afdeling. Zij zullen u op de hoogte brengen van de revalidatie in het ziekenhuis vanaf de dag van de ingreep. Het is nuttig om voor de opname al eens langs de dienst kinesitherapie - fysiotherapie (of private kinesist) te gaan, om het oefenschema te overlopen. Het oefenschema kan u terug vinden in het oefenboekje van het ziekenhuis. Op deze manier heeft u de oefeningen reeds uitgevoerd en weet u perfect wat moet en mag na de ingreep. De kinesist zal ook nagaan in hoe verre u met krukken kan stappen of in uw woning alles is aangepast (bvb. wc bril-ophoging > bij mutualiteit of bandagist te verkrijgen, aangepast bed, enz.).
De opname
De dag voor, of de dag van de operatie zelf wordt u opgenomen in het ziekenhuis (contacteer de zorgtrajectplanner route 10 in AZ JAN PALFIJN voor de juiste datum en uur). Een verpleegkundige brengt u op de hoogte van de gang van zaken op de dienst Orthopedie. Respecteer de bezoekuren en beperkt het aantal bezoekers .
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
• uw patiëntenmap (met info over medicatie , allergie…vorige operaties , toelating tot ingreep = ondertekend, RX of andere onderzoeken verricht in niet ZNA - ziekenhuizen)
• de medicatie die u neemt : spreek af met verpleegkundige welke medicatie u zelf neemt en welke u van het ziekenhuis zal nemen - vermijd dubbele inname van medicatie ea. Hebt u slaapproblemen ? Wenst u slaapmedicatie ? Speciale matras ?
• gemakkelijke kledij die u voldoende bewegingsvrijheid geeft en die u overdag kan dragen – overdag géén pijama , wel vb. trainingspak
• gemakkelijke schoenen die steun en stabiliteit geven en geen hoge hak hebben (ook geen slippers), klittenbandsluiting is makkelijker ipv. veters
• krukken
De operatiedag
Zoals in de informatiesessie is uitgelegd, gebeurt de anesthesie dmv. een algemene verdoving en eveneens peroperatief via een lokale verdoving ( infiltratie – inspuiting door chirurg in de operatiestreek – LIA techniek = Lokale Infiltratie Anesthesie). . De anesthesist is verantwoordelijk voor de algemene anesthesie – soms (uitzonderlijk ) kan een epidurale anesthesie via een ruggeprik wenselijk zijn. Tijdens de ruggeprik wordt er een katheter ingebracht tussen de wervels om pijn te milderen. Deze katheter blijft de eerste dagen na de ingreep zitten zodat u optimaal en zonder te veel pijn kan revalideren.
In het RAPID RECOVERY programma wordt er in principe geen epidurale katheter geplaatst. Sommige patienten zullen een blaaskatheter krijgen de eerste dagen na de ingreep .
In de voorbereidingsruimte van de operatiekamer zal nogmaals een identificatie procedure volgen en de te opereren zone moet aangeduid worden . U moet herhaaldelijk dezelfde vragen beantwoorden (naam , operatie , kant operatie…) , om vergissingen te vermijden. Zodra deze wettelijk verplichte procedure achter de rug is, wordt u vanuit uw bed op de operatietafel gelegd en de operatiekamer binnengereden, waar u de anesthesist zal ontmoeten.
Na de operatie, die zo'n één tot twee uur kan duren, is uw knie ingepakt met een stevig verband en/ of pleisters. Daaruit komen soms één of meerdere slangetjes (= drains). Via deze drains wordt er bloed en wondvocht afgevoerd. Ze worden na enkele dagen verwijderd. In principe plaatsen we in AZ JAN PALFIJN geen drains tenzij er nabloeding is .
Om het risico van infecties zo klein mogelijk te houden krijgt u voor, tijdens en na de operatie antibiotica toegediend – meld voor de ingreep eventuele allergie op medicatie zoals antibiotica ( ook andere producten , jodium , latex ( rubber) of kleefpleisters) .
Verder schrijft de arts bloedverdunnende medicatie voor om trombose (= abnormale klontering van het bloed in bloedvaten) te voorkomen. Deze bloedverdunnende inspuitingen of tabletten krijgt u ongeveer 20 dagen na de operatie.
Dagen na de operatie
Vrijwel onmiddellijk na de ingreep, idealiter de dag van operatie (!), kan u starten met de eerste oefeningen en maakt u de dag van de ingreep al uw eerste, korte wandeling met de nieuwe knie (prothese) onder begeleiding van de kinesist.
Het verdere verloop van de revalidatie en medische handelingen:
• dag 0 = operatiedag : oefeningen voor eenvoudige mobiliteitsoefening: opkomen uit zetel of bed , gebruik van krukken of looprekje.
• dag 1 : u stapt met een looprekje tot aan de zit- en oefenruimte. Hier zal u gezamenlijk met uw medepatienten oefenen (sportraam … ) – onder de pijngrens ! Bloedcontrole en RX knie. Wondzorgen . Kleefverband verwijderen 24 u postop .
• dag 2 : trappen lopen , beweeglijkheid verbeteren , fietsen met home trainer…stappen over langere afstand . IJspacking.
• dag 3 : klassieke oefeningen die mobiliteit knie verbeteren ,lichte spierversterkende oefeningen - steeds onder de pijngrens ! Zo mogelijk ontslag. Verbandwisseling. IJspacking.
Indien uw revalidatie er anders uitzien, aarzel dan niet om raad te vragen aan uw chirurg of iemand van het team. Het is mogelijk dat een drain of infuus iets langer moet blijven zitten of dat u dag 2 nog niet aan stappen toe bent, enz. De revalidatie is gestandaardiseerd , maar laat afwijkingen toe. Niet alle patienten revalideren even vlot.
Ontslag
U mag het ziekenhuis verlaten zodra aan een aantal criteria voldaan zijn :
- pijn is onder controle - +/-50 m stappen - Zelfstandig aan - en uitkleden , in en uit bed komen - Zelfstandig wassen - Kan trappen lopen
De huisarts wordt elektronisch op de hoogte gebracht van uw ontslag en de verdere revalidatieplanning . Indien afgesproken, komt de thuisverpleegkundige voor verdere verzorging (wonde , wasbeurt… ).
Ongeveer 17 dagen na de operatie worden de hechtingen of metalen nietjes door de huisarts verwijderd- soms in 1 of 2 sessies.
Het is mogelijke dat de zone rond de wonde matig rood ziet en warm aanvoelt. Hierover moet u zich geen zorgen maken, tenzij deze zich uitbreidt en gepaard gaat met koorts en/of pijn . Indien u of uw huisarts ongerust zijn over het uitzicht van de wonde , dan moet u naar de raadpleging van de chirurg of de spoedafdeling van AZ JAN PALFIJN te komen. Wacht niet te lang bij problemen.
Voor controle bij de chirurg komt u 4 weken na ontslag op de raadpleging orthopedie (ziekenhuis of private raadpleging ) . Deze afspraak wordt bij het ontslag best vastgelegd. Voor private raadplegingen neemt u zelf contact met het secretariaat van de chirurg.
Weer thuis
We proberen u tijdens het verblijf in het ziekenhuis zo goed mogelijk voor te bereiden op uw thuissituatie ( hulp van ergotherapie oa in het ziekenhuis).
Graag overlopen we nog volgende aandachtspunten:
• gemiddeld vier maal per dag ijspackings leggen op de knie is wenselijk om de zwelling te verminderen. Tevens wordt het been dan best omhoog gelegd, met de voet hoger dan de heup (vb. poef). Een coldpack is makkelijk, maar koeling kan ook met ijsblokjes in een plastic zak met een handdoek daarrond. Laat het ijs ook niet te lang en niet rechtstreeks op uw knie liggen, om vrieswonden te vermijden.
• Het strekken van de knie benadrukken : in rust legt u de hiel op een poef, en laat de knie vrij doorhangen. Leg nooit een kussen in de knieholte. In gestrekt toestand legt u een 2 kg zware last op de knie om strekken te bevorderen (zak 50 cm x30 cm gevuld met zand of zout of rijst …)
• zwemmen (schoolslag en crawl) mag na een 6-tal weken (best na de controle bij de chirurg).
• indien u voldoende controle en stabiliteit hebt , kan u autorijden na 4 - 6 weken – welke auto hebt u ? sportwagen = moeilijker , want diepere zithouding).Leg evt. een hard kussen op de stoel om hoger te zitten .
• fietsen op straat kan, in overleg met de kinesist na 6-tal weken - hometrainer kan reeds in hospitaal.
• indien u slaapt in zijlig, doe dit met een kussen tussen de benen. Zo hebt u minder pijn , knie-tegen-knie
• draaien (twist) staande gaat steeds geleidelijk en progressief. Niet staande draaien op de voet van het geopereerde been
• gebruik bij trappen lopen de leuning
• om te stijgen: eerst het niet geopereerde been vervolgens de kruk en het geopereerde been.
• om te dalen: eerst de kruk en het niet geopereerde been, het geopereerde been volgt.
• bij toename pijn doet u het best wat rustiger aan. Forceer nooit. Spierscheuren zijn mogelijk. Stap elke dag wat verder : enkel in huis stappen is onvoldoende , stap op straat , in de ondergrondse garage bij regenweer , shopping-centra…. Indien bij bepaalde oefeningen pijn optreedt : stop !
• neem regelmatig pijnstilling , ontstekingsremmers (stop bij maaglast) soms tot 1M postop . om makkelijker te revalideren.
• Geen crèmes , oliën, of zalf op het litteken aanbrengen - het litteken niet masseren !
Belangrijk : raadpleeg uw chirurg en/ of uw huisarts wanneer:
• de pijn in het operatiegebied toeneemt in combinatie met roodheid en/of koorts (infectie ?), wondprobleem ? , spierscheur ?
• het onderbeen dik, glanzend en pijnlijk is (trombose ? ) , kortademigheid (longembolen ?), onregelmatige hartslag (voorkamerfibrillatie?)
Resultaatsbeoordeling
Zoals eerder reeds vermeld, krijgt u formulieren die dienen voor de resultaatsbeoordeling of zal een resultaatsbeoordeling volgen op geregelde tijdstippen via elektronische weg of consultatie.
Doel:
• toestand preoperatief meten: door de formulieren voor de ingreep in te vullen, bekomt men een beeld van de beperkingen (wat kan en wat niet op functioneel vlak , wanneer treedt pijn op en wanneer niet, enz).
• toestand postoperatief meten : formulieren invullen na de ingreep op 3M , 6M , 1 J (in samenwerking met de chirurg, de huisarts, de kinesist) bekomen we een goed beeld van de huidige, nieuwe toestand (vb. wat kan de patiënt meer, in vergelijking voor de ingreep , is er minder pijn, enz. ).
Door het verwerken van de verkregen informatie kan de chirurg en zijn team nagaan in hoeverre de ingreep geslaagd is (= hoeveel na de ingreep meer kan dan voorheen, tevredenheid…). Op deze manier is het mogelijk onze werkwijze te controleren en verder te verbeteren .
JOINT CARE - RAPDID RECOVERY: ja of nee?
Indien er, in samenspraak met de chirurg, wordt besloten te behandelen buiten het JOINT CARE - RAPDID RECOVERY zorgtraject, dan kan de opname in het ziekenhuis anders verlopen.
Het ontbreken van de preoperatieve infosessie: indien u geen infosessie heeft bijgewoond, proberen wij dit op te vangen door tijdens uw opname informatie te geven. Uiteraard kan u het meeste vinden in het infoboekje. Vragen kan u stellen aan de leden van het orthopedisch team of huisarts.
Ontslag uit het ziekenhuis. Meestal varieert het verblijf tussen 4-6dagen.Het is mogelijk dat er na uw verblijf in het ziekenhuis nog een periode van revalidatie volgt in een revalidatiecentrum. U geeft de keuze van het revalidatiecentrum op aan de sociale dienst VOOR uw opname . Indien het reva- centrum vol is dient ander centrum gekozen worden - Het is van overheidswege NIET MEER MOGELIJK om meer dan 7 dagen op de dienst orthopedie te verblijven , tenzij er zich complicaties voordeden .
GEHEUGENSTEUNTJE VOOR UW INGREEP
Kruis aan welke acties u al ondernomen hebt: zo bent u zeker van een vlot verloop.
o Ik heb de informatiebrochure gelezen voor opname in het ziekenhuis – ik heb het gehele traject van de knieoperatie begrepen
o Ik breng alle gevraagde, volledig ingevulde documenten mee naar het ziekenhuis ( bij de infosessie)
o Mijn coach is:..........................................................
o Mijn huisarts helpt mij, zo nodig, met het invullen van de documenten
o Ik noteer datum en het uur van de infosessie op mijn kalender
o Ik kom naar de infosessie om 10uur30 stipt op de consultatie orthopedie van AZ JAN PALFIJN Merksem .
o Ik noteer de datum en uur van opname op mijn kalender – via Zorgtraject route 10 bekomt u opnametijd
o Ik noteer de datum en uur van ontslag op mijn kalender en verwittig mijn coach
o Zo nodig: heb ik de thuisverpleging gecontacteerd?
o Zo nodig: heb ik de thuiskinesist gecontacteerd?
o Zo nodig: heb ik de thuishulp gecontacteerd? (poetsdienst-maaltijddienst-bejaardenzorg, andere)
o Heb ik de nodige hulpmiddelen gehaald? (krukken, looprek, WC bril verhoging, cold pack enz)
o Zijn de nodige aanpassingen in huis voor na mijn ontslag geregeld (bed verhogen , tapijten weghalen tegen vallen… )?
o Ik breng alle resultaten van bloedonderzoek, radiografie, hartfilmpje (EKG), thuismedicatie mee op infosessie
o Ik breng mijn dagelijkse medicatie mee de dag van opname
o Ik heb informatie rond mijn hospitalisatieverzekering ingewonnen, en verzekering verwittigd
o Ik eet en drink niets de dag van de ingreep, vanaf 24 U ’s nachts, tenzij anders overeengekomen met het team.
HET TEAM VAN ZNA AZ JAN PALFIJN WENST U EEN VOORSPOEDIG HERSTEL !
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------